Energietransitie op lokaal niveau

De energietransitie in Nederland wordt steeds vaker genoemd. Tandem merkt dit ook tijdens het uitwerken van ruimtelijke vraagstukken, de energietransitie begint een grotere rol te spelen op elk schaalniveau. Maar wat wordt nou precies bedoelt met energietransitie?

Wat houdt de energietransitie precies in?

Wat centraal staat bij de energietransitie is het voorkomen dat de aarde verder opwarmt dan 1,5 tot 2 graden. Talloze onderzoekers wereldwijd hebben overheden en bedrijven gewaarschuwd voor de gevolgen wanneer niet wordt gereageerd op de opwarming van aarde. De gevolgen zullen desastreus zijn en onomkeerbaar.

De overgangsfase van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie wordt de energietransitie genoemd. De energietransitie gebeurt breed genomen op drie verschillende vlakken:

  1. het afbouwen van het gebruik van fossiele energiebronnen zoals aardgas en kolen;
  2. het afbouwen van het energieverbruik door bijvoorbeeld het beter isoleren van woningen en het verder ontwikkelen van slimme energiezuinige installaties;
  3. de ontwikkeling van nieuwe en bestaande hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen of bodemwarmtepompen.

Wat zijn de doelstellingen van de energietransitie?

Momenteel hebben 194 landen en de Europese Unie zich aangesloten bij het Akkoord van Parijs. Alle landen die zich hebben aangesloten bij het akkoord hebben het gezamenlijke doel om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden. Elk land bepaalt zelf hoe het zijn uitstoot gaat beperken en een transitie maakt naar hernieuwbare energie.

Nederland heeft het doel gesteld om in 2030 49% minder uitstoot van broeikasgassen te bewerkstellen. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn. De overheid wil dit doel bereiken door op verschillende schaalniveaus te verduurzamen. Dit betekent dat zowel de gehele industrie als elke particulier zal moeten bijdragen aan de klimaatdoelen.

Wat betekent de energietransitie voor nieuwbouw?

Op nationaal niveau zijn verschillende maatregelen genomen om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen. Bepaalde wetten worden nog ontwikkeld maar sommige zijn vandaag de dag al in werking getreden. De wetten die de meeste impact zullen hebben op de nieuwbouw is de Wet VET en de BENG-regelgeving. Hiernaast is ook op gemeentelijk niveau beleid ontstaan in het kader van de energietransitie.

Wet VET

De wet ‘Voortgang Energietransitie’ (VET) vormt de basis voor het verbod op aardgas in de nieuwbouw in Nederland. In Nederland moet voor nieuwbouwwoningen een omgevingsvergunning verleend worden. De wet verbiedt dat na 1 juli 2018 omgevingsvergunningen verleend kunnen worden aan nieuwbouwwoningen die niet gasloos zijn. Dit betekent dus dat elke nieuwbouwwoning met hernieuwbare energie zal moeten kunnen functioneren. De wet is opgesteld om Nederland minder afhankelijk te maken van aardgas en om nieuwbouw woningen aan te sluiten op netwerken met hernieuwbare energie. Voor omgevingsvergunningen die voor 1 juli 2018 zijn verleend is een (vrijwillige) inkeerregeling opgesteld zodat deze nieuwbouw woningen alsnog kunnen omschakelen naar hernieuwbare energie.

BENG-regelgeving

Momenteel is de overheid druk bezig met het in praktijk brengen van de BENG-regelgeving. BENG staat kort voor ‘’Bijna energie neutraal gebouw’’ en moet ervoor zorgen dat nieuwbouw woningen aantoonbaar energiebewust ontworpen zijn. De BENG-regelgeving stelt eisen aan nieuwbouw woningen op het gebied van energiebehoefte, het primaire fossiele brandstofverbruik en het aandeel hernieuwbare energie (BENG 1, BENG 2 en BENG 3). Doormiddel van een rekentool zal in de toekomst bepaald worden of de ontwerpen voor nieuwbouw woningen voldoen aan de nader te bepalen eisen. De planning was dat de ingangsdatum van de wet 1 januari 2020 zou zijn. Het ontwikkelen van de rekenpakketten loopt echter vertraging op waardoor de planning niet meer realistisch is. De nieuwe ingangsdatum is 1 juli 2020.

Wat betekent de energietransitie voor verbouw?

Momenteel verkent de overheid samen met provincies en gemeenten de mogelijkheid om bestaande woningen te verduurzamen. Dit proces is momenteel nog in ontwikkeling en heeft nog geen concreet beleid opgeleverd. Het verduurzamen van bestaande woningen is een ingewikkeld proces. Het is hierom belangrijk om goed na te denken over de netto besparing dat het verduurzamen van een bestaande woning oplevert in relatie met de kosten van de verduurzaming. Het zou kunnen zijn dat de investering voor het verduurzamen van een bestaande woning op andere manieren geïnvesteerd kan worden om meer netto besparing te bereiken. Hiernaast spelen ook meer onderdelen een rol in de verduurzaming van bestaande woningen. Het lokale energienetwerk moet bijvoorbeeld voldoende stroom kunnen leveren om elke woning dat voorgaand op aardgas was aangesloten te voorzien van energie. In de praktijk levert dit soms problemen op. Wanneer concreet beleid bekend is voor het verduurzamen van bestaande woningen zal Tandem een update uitbrengen op de website.

Wat is het lokale beleid?

Tandem is gevestigd in het dorp Loppersum en de gelijknamige gemeente. Omgeving Loppersum bevindt zich momenteel volop in de versterkingsoperatie ten gevolge van de aardbevingsproblematiek. In de versterkingsoperatie wordt een groot aantal woningen in de omgeving versterkt of gesloopt en opnieuw gebouwd. De versterkingsoperatie heeft een aanzienlijke impact op de bebouwing en inwoners van het gebied.

De versterkingsoperatie biedt echter ook koppelkansen op het gebied van duurzaamheid. De Gemeente Loppersum speelt hier ook op in met het lokale beleid. Zo heeft het de doelstelling gesteld om in 2030 volledig onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Dit is dus ambitieuzer dan de doelstellingen die op nationaal niveau zijn gesteld.

Om deze doelstelling te bereiken zijn woningen die worden gesloopt en opnieuw gebouwd gasloos en milieubewust ontworpen. De gemeente streeft dat elke woning die versterkt of opnieuw gebouwd zal worden moet voldoen aan het ‘’nul op de meter’’ principe. Hiermee wordt bedoelt dat een woning het liefst energieneutraal is en in ieder geval zo energiezuinig als mogelijk.

De gemeente heeft ook een subsidieregeling opgesteld waar inwoners die in het versterkingstraject zitten beroep op kunnen doen om hun huis te verduurzamen. Dit soort subsidies zorgen dat het ‘’nul op de meter’’ principe haalbaar en realistisch is voor een aanzienlijk aantal woningen.

Naast de subsidieregeling is ook een duurzaamheidslening in de vorm van bouwkrediet beschikbaar voor de inwoners van Loppersum. Doormiddel van deze lening kunnen inwoners hun huis verduurzamen door bijvoorbeeld een warmtepomp aan te schaffen of om de spouwmuren te isoleren. De rente op deze lening is bijzonder laag en 1,6%.

De gemeente heeft zich ook aangesloten bij het energieloket van de Groninger gemeenten. Het energieloket is een verbindende organisatie tussen de inwoners en gemeente Loppersum. Het loket is een aanspreekpunt voor inwoners die hun woning willen verduurzamen. Het energieloket kan gezien worden als een ’eerste hulp’ voor energiebesparing.

De Gemeente Loppersum gaat ook een proeftuin vormen voor aardgasvrije wijken. Met een rijkssubsidie zullen aardgasvrije wijken ontwikkeld worden om een pilot te vormen voor de rest van Nederland. De proeftuinen zullen inzicht geven in hoe alle betrokken partijen kunnen samenwerken om volledig onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen.

Overig beleid in het kader van de uitdaging om onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen zijn opgenomen in het ‘Energietransitieplan Loppersum’.

Wat vindt Tandem van de energietransitie?

Tandem is het eens met de talloze wetenschappers dat de energietransitie hoognodig is. Dit niet alleen in het kader van klimaat maar ook in het kader van de aardgaswinning en de enorme impact dat het heeft op de omgeving. Wanneer meer hernieuwbare energie wordt opgewekt zal de aardgaswinning minder benodigd zijn en is de keuze om verder te gaan met aardgaswinning niet goed te verantwoorden.

Over de manier waarop de energietransitie moet worden bewerkstelligd zijn de meningen vaak verdeeld. Normaal gesproken wordt beleid in Nederland ‘top-down’ geregeld. Hiermee wordt bedoelt dat beleid vaak op nationaal niveau in Den Haag wordt opgesteld en vervolgens wordt doorgespeeld aan provincies en gemeenten. Hierdoor wordt beleid vaak aan provincies en gemeenten opgelegd en is weinig ruimte om hier een eigen draai aan te geven.

Dit kan op regionaal en lokaal niveau tot behoorlijke spanningen leiden. Dit is omdat lokale overheden en inwoners het gevoel hebben dat zij de regie over hun eigen omgeving verliezen en geen inspraak hebben in de ontwikkelingen. Deze spanningen leiden tot steeds meer verhitte discussies waarbij soms zelf het dialoog verloren gaat. Het komt tegenwoordig zelfs voor dat sommige ondernemers bedreigt worden door anonieme inwoners om de aanleg van een windmolenpark per direct te staken.

Tandem heeft de visie dat de energietransitie op regionaal en lokaal niveau moet ontstaan waarbij draagvlak onder de inwoners cruciaal is. Dit wijkt dus af van de klassieke ’top-down’ methode die de overheid vaak hanteert. Tandem gelooft in een ’bottom-up’ aanpak waarbij de lokale omgeving centraal staat bij de zoektocht naar methoden om de energietransitie te bewerkstellen. Tandem vindt dat initiatieven voor het opwekken van duurzame energie bij de inwoners zelf begint en dat plannen in het kader van de energietransitie een breed draagvlak moeten hebben onder de inwoners.

Tandem is enthousiast om zijn eigen bijdrage te leveren aan de energietransitie en heeft bij verschillende projecten al aandacht besteed aan dit onderwerp. Tandem wil zich in de toekomst nog meer te richten op een bijdrage aan de energietransitie. Tandem is een klein en regionaal bureau en kent de omgeving en de inwoners goed waardoor het een sterk startpunt zou zijn voor het organiseren en managen van initiatieven in het kader van de energietransitie.

Ing. Roy Bonnema, Tandem BV